Dat maakt staatssecretaris Jan Kees De Jager van Financiën maandag 30 november
bekend. De Jager reageerde op berichten in de media over mogelijke fiscale
problemen bij de aflossing van spaarhypotheken.

Met een spaarhypotheek bouwt een huiseigenaar een aparte pot op voor de
aflossing van de hypothecaire schuld. Die spaarpot is aan een
kapitaalverzekering gekoppeld.

Spaarpot in box 3 onbelast
De rente op hypotheekschulden mag maximaal dertig jaar worden afgetrokken in
belastingbox 1. Daarna verhuist de hypotheek naar belastingbox 3 voor
vermogen en is de rente niet langer aftrekbaar.

Onduidelijk was of ook de uitkering van de kapitaalverzekering, ofwel de
spaarpot, onbelast blijft als de hypotheek na dertig jaar naar box 3
verhuist. Dat is inderdaad zo, stelt De Jager, als de opbouw over een
periode van ten minste twintig jaar heeft plaats gevonden.

Uitkering bij verhuizing
Ook in gevallen waarbij de aflossing van spaarhypotheken gecompliceerd wordt
door de zogenoemde overwaarderegeling, blijft de uitkering van de spaarpot
onbelast.

De Jager geeft als voorbeeld de situatie waarin iemand in 2002 een woning voor
130 duizend euro koopt en de aankoop volledig financiert met een
spaarhypotheek. In 2020 wordt het huis met twee ton winst verkocht voor 330
duizend euro.

Vervolgens wordt een nieuwe woning aangeschaft voor twee ton, precies het
bedrag van de overwaarde van de oude woning.

De overwaarde moet in principe verrekend worden met de eigenwoningschuld. Maar
er is ook nog de kapitaalverzekering met de spaarpot van 130 duizend euro.

Wordt de kapitaalverzekering gebruikt voor aflossing van de oude
hypotheekschuld, dan dreigt de uitkering van de spaarpot belast te worden
als de spaarhypotheek korter dan 20 jaar heeft gelopen. De Jager wil de
vrijstelling in zo'n geval toch handhaven.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl